Naam student: Hanneke Merks
Klas: C
Slb’er: Suzanne Raaijmakers
Datum: nog onbekend
Stageschool: De Troubadour
Mentor: Eveline / Jelka
Groep: 4a
Lesdoel: het doel van deze les is om naar aanleiding van een verhaal een gesprek met de kinderen aan te gaan. En dan niet alleen over wie de hoofdpersonen zijn etc maar ook wat zal de gedachte achter dit verhaal zijn en hoe denk je dat die persoon zich voelt op dat moment.
Persoonlijke leerdoel: in het gesprek moet ik een soort gespreksleider zijn maar het moet wel een gesprek blijven en iedereen moet luisteren naar elkaar. Aangezien dit een redelijk vrije opdracht is moet ik wel zorgen dat het rustig blijft in de klas.
Beginsituatie: de kinderen houden niet zo vaak kringgesprekken (in ieder geval niet dat ik gezien heb) Wel weet ik dat ze goed naar elkaar kunnen luisteren als ze dat moeten. Ze steken netjes hun vinger op als ze iets willen vertellen. Ook als ik een stuk aan het voorlezen ben luisteren ze aandachtig. Ik heb nog niet eerder een opdracht als deze met de kinderen gedaan, dus hoe dat gaat verlopen weet ik niet. Maar ik gok dat dat met deze groep wel gaat lukken.
Materialen: het boek ‘Superjuffie!’ van Janneke Schotveld
Inleiding:
De kinderen komen in een kring zitten en ik vertel dat ik een stukje ga voorlezen uit het boek ‘Superjuffie!’. Ik weet dat een aantal kinderen het boek al gelezen hebben dus ik vraag wie dat zijn.
Ik ga een stukje uit dit boek voorlezen om dat ik het als cadeautje heb gekregen van een meisje uit mijn dansgroepje en daarom vond ik het wel leuk om het aan jullie voor te lezen.
Ik vertel dat het boek gaat over juf Josje, dit lijkt een heel normale juf. Maar als er een dier in nood is, verandert ze in Superjuffie. Zodra ze een hap van haar krijt neemt, krijgt ze super krachten en schiet als een groene tornado door de lucht. Al snel ontdekken haar leerlingen haar gave, maar gelukkig beloven ze niets tegen de strenge directeur te zeggen. Samen verzinnen ze allerlei uitvluchten wanneer juf Josje weer eens te laat op school komt met takjes in haar haar of een eendje in haar jaszakken.
Kern:
Ik lees een stuk uit het boek voor: het hoofdstuk de spreekbeurt van Bo. Het hoofdstuk gaat erover dat juf Josje net voor schooltijd een schreeuw om hulp hoort van een kip. Na wat aandringen van de kinderen besluit ze om de kip te gaan redden, ze neemt een hap van haar krijtje en weg is ze. Hopelijk komt directeur snor niet net nu kijken in de klas want dat ziet hij dat juf Josje er helemaal niet is. De kinderen zijn rustig aan hun rekenwerkje begonnen als ineens *woesh* superjuffie in hun klas staan en terug veranderd in juf Josje. Er is een probleem: ze heeft de geredde kip nog bij zich, en de kip stopt niet met kakelen.. Wat is het meervoud van het woord kip, vraagt juf Josje en ze schrijft het woord kip op het bord. Dan ineens komt directeur snor binnen en komt kijken naar de les. Uuh stamelt juf Josje. En ineens begint de kip te kakelen en roept iemand hee juf de kip heeft een ei gelegd, eventjes was hij vergeten dat directeur snor binnen was gekomen. Snel verzint bo iets, ze pakt de kip op en doet net of ze haar spreekbeurt over kippen begint en ze daarom de kip mee naar school genomen heeft. Directeur snor trapt erin, wat een geluk.
We gaan samen praten over het verhaal:
Wat zouden jullie ervan vinden als ik of juf Eveline superjuffie zouden zijn?
Zouden jullie het ook geheim houden voor meester Gerard? (directeur)
Welke goede smoesjes zouden jullie nog weten als meester Gerard dan binnen zou komen als superjuffie weg was?
Welke super kracht zouden jullie willen hebben?
Wat heb je liever een super kracht alleen voor jezelf of waarmee je andere mensen en dieren kunt helpen?
Denken jullie dat het goed is dat superjuffie dit doet, want hierdoor is ze wel eens weg van school?
Dit wordt een gesprek van max 20 minuten.
Afsluiting: de kinderen mogen weer terug op hun plek gaan zitten en ik vraag aan ze of ze dit een leuke opdracht vonden. Wat was er wel en niet leuk aan? Wat had ik beter kunnen doen en wat was al goed?
Ik bedank ze voor het luisteren en het mee praten en ga verder met de volgende les.
Klas: C
Slb’er: Suzanne Raaijmakers
Datum: nog onbekend
Stageschool: De Troubadour
Mentor: Eveline / Jelka
Groep: 4a
Lesdoel: het doel van deze les is om naar aanleiding van een verhaal een gesprek met de kinderen aan te gaan. En dan niet alleen over wie de hoofdpersonen zijn etc maar ook wat zal de gedachte achter dit verhaal zijn en hoe denk je dat die persoon zich voelt op dat moment.
Persoonlijke leerdoel: in het gesprek moet ik een soort gespreksleider zijn maar het moet wel een gesprek blijven en iedereen moet luisteren naar elkaar. Aangezien dit een redelijk vrije opdracht is moet ik wel zorgen dat het rustig blijft in de klas.
Beginsituatie: de kinderen houden niet zo vaak kringgesprekken (in ieder geval niet dat ik gezien heb) Wel weet ik dat ze goed naar elkaar kunnen luisteren als ze dat moeten. Ze steken netjes hun vinger op als ze iets willen vertellen. Ook als ik een stuk aan het voorlezen ben luisteren ze aandachtig. Ik heb nog niet eerder een opdracht als deze met de kinderen gedaan, dus hoe dat gaat verlopen weet ik niet. Maar ik gok dat dat met deze groep wel gaat lukken.
Materialen: het boek ‘Superjuffie!’ van Janneke Schotveld
Inleiding:
De kinderen komen in een kring zitten en ik vertel dat ik een stukje ga voorlezen uit het boek ‘Superjuffie!’. Ik weet dat een aantal kinderen het boek al gelezen hebben dus ik vraag wie dat zijn.
Ik ga een stukje uit dit boek voorlezen om dat ik het als cadeautje heb gekregen van een meisje uit mijn dansgroepje en daarom vond ik het wel leuk om het aan jullie voor te lezen.
Ik vertel dat het boek gaat over juf Josje, dit lijkt een heel normale juf. Maar als er een dier in nood is, verandert ze in Superjuffie. Zodra ze een hap van haar krijt neemt, krijgt ze super krachten en schiet als een groene tornado door de lucht. Al snel ontdekken haar leerlingen haar gave, maar gelukkig beloven ze niets tegen de strenge directeur te zeggen. Samen verzinnen ze allerlei uitvluchten wanneer juf Josje weer eens te laat op school komt met takjes in haar haar of een eendje in haar jaszakken.
Kern:
Ik lees een stuk uit het boek voor: het hoofdstuk de spreekbeurt van Bo. Het hoofdstuk gaat erover dat juf Josje net voor schooltijd een schreeuw om hulp hoort van een kip. Na wat aandringen van de kinderen besluit ze om de kip te gaan redden, ze neemt een hap van haar krijtje en weg is ze. Hopelijk komt directeur snor niet net nu kijken in de klas want dat ziet hij dat juf Josje er helemaal niet is. De kinderen zijn rustig aan hun rekenwerkje begonnen als ineens *woesh* superjuffie in hun klas staan en terug veranderd in juf Josje. Er is een probleem: ze heeft de geredde kip nog bij zich, en de kip stopt niet met kakelen.. Wat is het meervoud van het woord kip, vraagt juf Josje en ze schrijft het woord kip op het bord. Dan ineens komt directeur snor binnen en komt kijken naar de les. Uuh stamelt juf Josje. En ineens begint de kip te kakelen en roept iemand hee juf de kip heeft een ei gelegd, eventjes was hij vergeten dat directeur snor binnen was gekomen. Snel verzint bo iets, ze pakt de kip op en doet net of ze haar spreekbeurt over kippen begint en ze daarom de kip mee naar school genomen heeft. Directeur snor trapt erin, wat een geluk.
We gaan samen praten over het verhaal:
Wat zouden jullie ervan vinden als ik of juf Eveline superjuffie zouden zijn?
Zouden jullie het ook geheim houden voor meester Gerard? (directeur)
Welke goede smoesjes zouden jullie nog weten als meester Gerard dan binnen zou komen als superjuffie weg was?
Welke super kracht zouden jullie willen hebben?
Wat heb je liever een super kracht alleen voor jezelf of waarmee je andere mensen en dieren kunt helpen?
Denken jullie dat het goed is dat superjuffie dit doet, want hierdoor is ze wel eens weg van school?
Dit wordt een gesprek van max 20 minuten.
Afsluiting: de kinderen mogen weer terug op hun plek gaan zitten en ik vraag aan ze of ze dit een leuke opdracht vonden. Wat was er wel en niet leuk aan? Wat had ik beter kunnen doen en wat was al goed?
Ik bedank ze voor het luisteren en het mee praten en ga verder met de volgende les.